De geschiedenis van Wilhemke Pap

Iedereen die iets met Carnaval in Papgat heeft, kent Wilhemke pap. De rood-geel-groene man, met zijn gele papketelsnuit, het symbool van het Carnaval in Papgat. In zijn hand draagt hij de immer onafscheidelijke paplepel. Daarnaast kennen we de traditie van het verbranden van Wilhemke Pap op de Markt als afsluiter van het Carnaval natuurlijk ook allemaal!

Maar wat is nu eigenlijk de geschiedenis en het verhaal van Wilhemke Pap?

Hofgeschiedschrijver Wim van Rooij schreef in 1978 in de Papgatkrant hierover het volgende; Het schijnt zo te zijn dat de bevolking van deze streek rond 1900 als voedsel veelvuldig pap gebruikte . De reden daarvoor was dat het goed en goedkoop voedsel was voor de veelal arme en grote gezinnen. De mensen werden in de volksmond dan ook “Papbuiken” genoemd. Deze naam is bij het begin van het Rooise Carnavalsgebeuren vanaf 1958 meteen gebruikt als naam voor de Carnavalsvierders. Sint-Oedenrode zelf werd van meet af aan omgedoopt tot Papgat.

Maar wie heeft onze Wilhemke Pap dan zijn voornaam gegeven?

Carnaval betekent “plezier” en in die periode kende men in Rooi de verhalen rondom Wilhelm van der Hagen; (1845-1919) mede eigenaar van de zuivelfabriek (later Nutricia) te Sint-Oedenrode. Wilhelm stond bekend om het feit dat hij anderen er graag tussen nam en zijn streken leverden leuke verhalen op in die tijd. Zo heeft hij ’s nachts eens alle terrasstoelen van de markt door elkaar heen opgestapeld op de kiosk. De kasteleins mochten het ’s ochtends zelf uitzoeken tot groot plezier van de kerkgangers.

In besloten kring had hij al een keer Prins Wilhemke Pap d’n Urste gespeeld en daarom begon de telling in 1958, bij oprichting van de Rooise Carnavalsclub ” de Papbuik”, bij Prins Wilhemke Pap d’n twidde (Sjef de Leijer) .

Onze Wilhemke Pap is daarmee een mooie combinatie van een oud plaatsgebonden taalgebruik en een overlevering  over een bijzondere Rooise man die ook nog eens “Pap” maakt.

 Liedtekst Willem Papbuik: (Wijze: “Blonde Anna”)

In Rooi is het weer carnaval
Eenieder is present
We maken gijn en hebben leut
En kijken op geen cent
De Prins en ook de Raad van Elf
Zijn reuze in hun schik
Het bier is best en ook de wijn die mag er zijn
Joefiefalderaldera, joefiefalderaldera
Daarom zingen wij nu samen dit refrein
Joefiefalderalderalderaldera.

Refrein
Willem Papbuik, Willem Papbuik
Prins carnaval, van overal
Willem Papbuik, Willem Papbuik
De carnaval die wordt weer knal
Hou je keel maar nat
Want we hebben zat
Drink dus bier en wijn
’t Moet gezellig zijn
Zeg daarom niet nee
Doe dus allen mee
Met de leut van carnaval.

In Rooi is het dus carnaval
Dat duurt hier steeds ’n jaar
Alleen wanneer de Prins er is
Komt alles voor “mekaar”
Hij regelt alles met de fles
Dat vindt eenieder goed
En wat hij zegt, dat legt eenieder dan goed uit
Joefiefalderaldera, joefiefalderaldera
Daarom, Prins, bedankt en zingen we tot besluit
Joefiefalderalderalderaldera

Refrein